IN ZAK EN AS ZITTEN
De uitdrukking "in zak en as zitten" betekent : diep bedroefd zijn, terneergeslagen zijn, in een toestand van grote verslagenheid verkeren, diep in de put zitten.
De uitdrukking verwijst naar een oude gewoonte van de Israëlieten : ten teken van wanhoop en rouw trokken ze een 'saq' aan, een donker gewaad van ruwe stof, zonder mouwen, met alleen armsgaten. Vaak strooiden ze tevens as of stof over hun hoofd.
In de Bijbel treffen we de uitdrukking op diverse plaatsen aan :
Wanneer Mordechai weigert om te knielen of te buigen voor koning Ahasveros, werd door Hamem, een vertrouweling van de koning, een bevel uitgevaardigd om Mordechai en alle Joden te doden. En het verhaal vervolgt :
Toen Mórdechai wist al wat er geschied was, zo verscheurde Mórdechai zijn klederen, en hij trok een zak aan met as; en hij ging uit door het midden der stad, en hij riep met een groot en bitter geroep. En hij kwam tot de poort des konings; want niemand mocht in de poort des konings inkomen, bekleed met een zak. En in alle en een ieder landschap en plaats, waar het woord des konings en zijn wet aankwam, was een grote rouw onder de Joden, met vasten, en geween, en misbaar; velen lagen in zakken en as. (Ester 4:1-3)
Wanneer Jozef's broers aan hun vader Jakob vertellen dat ze de Jozef niet gevonden hebben, maar wel zijn kleren, reageert Jakob :
Toen scheurde Jakob zijn klederen, en legde een zak om zijn lendenen; en hij bedreef rouw over zijn zoon vele dagen. (Gen 37:34)
Daniël treurt om de lange periode (70 jaar) die het zal duren vooraleer de puinhopen van het door de Babyloniërs verwoeste Jeruzalem opgeruimd zullen zijn :
En ik stelde mijn aangezicht tot God, de Heere, om Hem te zoeken met het gebed, en smekingen, met vasten, en zak, en as. (Dan 9:3)
Wanneer Jona de inwoners van Nineve de boodschap van God overbrengt dat de stad binnen de veertig dagen zal worden vernietigd, reageren deze :
De lieden van Ninevé geloofden aan God; en zij riepen een vasten uit, en bekleedden zich met zakken, van hun grootste af tot hun kleinste toe. Want dit woord drong door tot de koning van Ninevé, en hij stond op van zijn troon, en deed zijn heerlijk overkleed van zich; en hij bedekte zich met een zak, en zat neer in de as. (Jona 3:5-6)
Als Jeremia het volk vertelt dat er een volk uit het noorden zal komen met een grote overmacht, raad hij hen het volgende aan :
O dochter Mijns volks! Gord een zak aan, en wentel u in de as, maak u rouw van een enige zoon, een zeer bitter misbaar; want de verstoorder zal ons schielijk overkomen. (Jeremia 6:26)
En ook Jezus neemt deze uitdrukking in de mond in zijn betoog over de drie onboetvaardige steden :
Wee u, Chórazin! wee u Bethsáïda! want zo in Tyrus en Sidon de krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden zich eertijds in zak en as bekeerd hebben. (Mat 11:21)
Alle bovenstaande verzen komen uit de Statenvertaling. Wie de term 'in zak en as zitten' in de huidige vertaling NBV zoekt, zal deze niet vinden. De NBV spreekt immers van van 'rouwkleed en stof'.